Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [18]wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. [19]Dit is het Woord des geloofs, hetwelk [20]wij prediken. 18. Namelijk de rechtvaardigheid, die uit het geloof is, gelijk voren, vs.6, daar hij maar geantwoord heeft wat zij niet zegt, maar nu antwoordt hij wat zij zegt. 19. Dat is, des Evangelies, door hetwelk wij tot het geloof worden vermaand en gebracht; hfdst.1 vs.16. 20. Namelijk apostelen, als getuigen en boodschappers van Christus in Zijnen naam; 2 Kor.5:20.